donderdag 13 maart 2008

NAVO komt weer 10 procent te kort in Afghanistan

NAVO-secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer heeft donderdag in de Poolse hoofdstad Warschau opnieuw gezegd dat de ISAF-veiligheidsmacht rond 90 procent zit van wat zij militair nodig heeft. In november 2007 zei de NAVO-chef precies hetzelfde.

Hij is van mening dat al de 26 lidstaten van het bondgenootschap moeten helpen om de resterende 10 procent te vullen.

Hij wilde naar verluidt niet verder inhaken op de vraag welke lidstaten in zijn ogen meer moeten doen.

Maar vooral Duitsland krijgt geregeld de wind van voren omdat het niet bereid is om naar het zuiden van Afghanistan te komen, waar de opstand van de Taliban het hevigst is.

Op 22 november zei De Hoop Scheffer vanuit Kabul, waar hij toen een ontmoeting had met president Hamid Karzai, dat de NAVO nu beschikt over 90% van de soldaten die er nodig zouden zijn.

Op dat ogenblik waren er 39.000. Op dit moment zijn het er ruim 42.000.

De Franse generaal Lafontaine sprak De Hoop Scheffer daarna vrijwel onmiddellijk tegen over het benodigde troepenaantal voor de ISAF en noemde de visie van de NAVO-leider niet realistisch.

De internationale denktank de Senlis Council gaf in die dagen aan dat er 80.000 militairen nodig zijn.

Zie ook
De Hoop Scheffer versus Senlis Council
Generaal Lafontaine spreekt De Hoop Scheffer tegen over troepenaantal ISAF

Commandostructuur
De Nederlandse ministers Verhagen (Buitenlandse Zaken) en zijn ambtgenoot Jan Kubic uit Slowakije hebben intussen betoogd dat de ISAF onder 1 commandostructuur moet gaan vallen. Nu zijn er vijf regionale commando centra.

De gedachten van Verhagen en Kubic hierover zijn niet nieuw. NAVO-secretaris-generaal De Hoop Scheffer roept al zeker 1,5 jaar op om de beperkingen die militairen uit allemaal verschillende landen hebben op te heffen, zodat ze overal in het land kunnen worden ingezet.

Maar hiervoor bestaat in veel landen geen publieke en politieke steun.